Uniforme informatie op een standaardmodel moet het deelnemers gemakkelijker maken om de verschillende producten en uitvoerders te beoordelen en na te gaan wat het beste bij hun situatie past. De basis voor het pensioenfondsen- en het verzekeraarsmodel is gelegd in een gezamenlijke werkgroep. Op basis van het verzekeraarsmodel is het standaardmodel voor pensioenfondsen verder ontwikkeld. De ontwikkeling van een apart model voor pensioenfondsen was nodig om het model beter aan te laten sluiten op de (product)situatie bij fondsen en de informatie te verduidelijken voor deelnemers van pensioenfondsen. Bij het opstellen van het fondsenmodel is aandacht besteed aan de vergelijkbaarheid tussen het pensioenfondsen- en het verzekeraarsmodel.

Pensioenuitvoerders die een vaste of variabele pensioenuitkering aanbieden, zijn sinds 1 januari 2018 wettelijk verplicht om een standaardmodel te gebruiken in de communicatie met hun deelnemers. Er is een standaardmodel voor pensioenfondsen en er is een standaardmodel voor verzekeraars en PPI’s.

Voor verzekeraars:

HANDLEIDING VERZEKERAARS

Voor pensioenfondsen:

handleiding pensioenfondsen

Voor dit model gebruikt u dezelfde iconen als voor Pensioen 1 2 3.

Bekijk en download de iconen

FAQ Verzekeraars

Wij bieden als pensioenuitvoerder alleen een vaste uitkering aan. Is het dan ook verplicht om het standaardmodel vanaf 1-1-2018 te verstrekken?

Ja, deze verplichting geldt dan ook. Deze verplichting vloeit voort uit artikel 63b van de Pensioenwet en artikel 7d van het Besluit uitvoering Pensioenwet. In de handleiding is opgenomen hoe het standaardmodel dan ingevuld dient te worden.

Wij bieden als pensioenuitvoerder alleen een pensioenproduct in de opbouwfase aan. In de uitkeringsfase bieden we geen vaste of variabele uitkering aan. Is het dan ook verplicht om het standaardmodel vanaf 1-1-2018 te verstrekken?

Nee, in dat geval is het niet verplicht om het standaardmodel te verstrekken. Wel moet de deelnemer erop gewezen worden dat hij zijn pensioen ergens anders moet aankopen (shoprecht) en is het wenselijk als de deelnemer erop wordt gewezen dat hij het standaardmodel kan opvragen bij andere pensioenuitvoerders.

PPI’s zijn wel verplicht om het standaardmodel te verstrekken, omdat PPI’s via hun preferred supplier een pensioenproduct in de uitkeringsfase aanbieden. PPI’s hebben de keuze of ze het standaardmodel zelf verstrekken of dat de deelnemer het standaardmodel direct van de preferred supplier ontvangt.

In blok 2 is het wenselijk als het persoonlijke AOW-bedrag vooraf wordt ingevuld. Welk AOW-bedrag moeten we hanteren als het persoonlijke AOW-bedrag niet bekend is?

Als bekend is dat de deelnemer een partner heeft dan kan het AOW-bedrag voor gehuwden/samenwonenden worden opgenomen. Als bekend is dat de deelnemer geen partner heeft, dan kan het AOW-bedrag voor een alleenstaande worden gebruikt. Daarbij kan uit worden gegaan van volledige opbouw. In laag 2 kan dan worden uitgelegd ‘indien niet in Nederland gewoond, dan…’

Indien niet bekend is of de deelnemer een partner heeft dan is de aanbeveling om het AOW-bedrag voor gehuwden/samenwonenden op te nemen. In die gevallen wordt voorkomen dat een samenwonende of gehuwde uitgaat van een te hoog AOW-bedrag (namelijk het bedrag voor alleenstaande). De verwijzing naar mpo.nl helpt de deelnemer om daar de juiste hoogte van de AOW te vinden.

Ten slotte kan er aangesloten worden bij de door SVB gebruikte cijfers, dus AOW exclusief vakantiegeld.